Il Grand' Inquisitor

Walter Felsenstein Edition

"Muziektheater"... het lijkt de afgelopen tien jaar wel hét modewoord geworden om zogenaamd intelligente opera-ensceneringen te omschrijven. De term is al veel ouder en is al minstens in gebruik sinds Walter Felsenstein een belangrijke factor in de Berlijnse operawereld werd. Maar bij Felsenstein wordt er nog een adjectief aan toegevoegd: "realistisch muziektheater".

Kort na de Tweede Wereldoorlog kreeg de theaterregisseur Walter Felsenstein de opdracht van de Sovjets om in Berlijn een nieuw operahuis op te richten. Dit zou de Komische Oper worden. Een gedenkplaat boven de ingang van het operahuis herinnert er ons nog altijd aan dat hij daar bijna 30 jaar de intendant en de huisregisseur was.

In die periode was het enige kapitaal waarover hij kon beschikken het menselijk kapitaal van de zangers in zijn troupe. Hij ontwikkelde toen een regiestijl waarbij de zangers op een natuurlijke manier moesten acteren. De "singing actor" - nog zo'n term... die tegenwoordig vooral gebruikt wordt om oude sopranen zonder stem maar met veel uitstraling te omschrijven - was geboren.

Ongeveer een jaar geleden verscheen een DVD-box, de Walter Felsenstein Edition, waarin zijn stijl gedocumenteerd werd aan de hand van zes opera's en één operafilm.

Zoals tot vandaag nog altijd de gewoonte is in de Komische Oper, werden alle opera's opgevoerd in een Duitse vertaling. Om door te dringen in de psychologie van de karakters, ging Felsenstein vaak terug naar de oorspronkelijke versie en maakte hij zijn eigen vertaling. De tot dan toe gebruikelijke Duitse versie van Verdi's Otello bijvoorbeeld bleek op sommige punten niet veel uitstaans te hebben met het libretto van Boito, vooral wat het karakter van Jago betrof.

Die Duitse vertalingen doen soms wat vreemd aan, maar in de meeste gevallen geraakte ik snel gewend aan de taal. Enkel die Duitse Othello bleef ik problematisch vinden. En Ritter Blaubart klinkt soms meer als een Weense operette dan als Offenbach. Maar daar staat tegenover dat Das schlaue Füchslein veel directer overkomt.

Zijn enscenering van Het sluwe vosje was tevens zijn eerste verfilming... in 1965 en uiteraard in zwart-wit. Van de zeven opera's uit deze box zou ik deze enscenering als een referentie-productie durven omschrijven.

Het zijn ook echte verfilmingen. Felstenstein verhuisde het decor naar een filmstudio en paste zelfs zijn regie hier en daar wat aan om rekening te houden met de mogelijkheden van film, zoals het gebruik van close-ups of overgangen. Op de DVD van Hoffmanns Erzählungen zijn als bonus een aantal fragmenten te zien van die productie uit de Komische Oper... en daaruit blijkt dat zijn filmversie nog niet zo gek veel verschilt van wat hij in het operahuis deed.

De twee Mozart-opnames - Don Giovanni en Die Hochzeit des Figaro - werden wel in het (lege) operahuis gefilmd. Om het wat "echter" te laten lijken, werden nadien het applaus en gekuch van tijdens een generale repetitie toegevoegd aan de klankband.

In 1956 maakte Felsenstein zijn enige echte operafilm, Fidelio, die ook als een film geconcipieerd werd. Persoonlijk vind ik dit de minst interessante opname. De schaar werd lustig gehanteerd om een film te kunnen maken van minder dan 90 minuten. In tegenstelling tot zijn latere studio-opnames, worden verschillende rollen door acteurs in plaats van de oorspronkelijke zangers vertolkt. Dit komt de synchronisatie van het geluid met het beeld niet altijd ten goede.

Aangezien deze box twintig jaar bestrijkt, is de technische kwaliteit niet altijd even goed. De zangers zijn ook heel variabel. De tenor Hanns Nocker is bijvoorbeeld wel een goede Hoffmann, maar geen grote Othello. De drie sopranen in Don Giovanni klinken allemaal als piepende soubrettes. Daar staat tegenover dat Die Hochzeit des Figaro wel sterk bezet is.

Maar het gaat hem uiteraard vooral om de ensceneringen en daar is heel weinig op aan te merken, afgezien van een iets te hysterische Donna Anna in Don Giovanni. De eerder al aangehaalde Das schlaue Füchslein is prachtig. Hoffmanns Erzählungen is meeslepend. Ritter Blaubart is heel inventief en Othello hield me van begin tot einde aan het scherm gekluisterd.

De DVD's bevatten ook veel bonusmateriaal met ontwerpschetsen, regie-aanduidingen, interviews en videofragmenten van onder andere een repetitie.

Publicatie: dinsdag 19 januari 2010 om 23:22
Rubriek: CD & DVD