Il Grand' Inquisitor

Thomas Bauer in Brussel

Ik ken de bariton Thomas Bauer vooral als Bachzanger, maar gisteren trad hij in een iets andere hoedanigheid op. Samen met Jos van Immerseel gaf hij een liedrecital in het Brusselse Conservatorium. Voor hun programma kozen ze meteen de Mount Everest uit het liedrepertoire... Schuberts Winterreise.

Met Jos van Immerseel was het uiteraard te verwachten dat hij op een pianoforte zou spelen. Vanaf de eerste akkoorden valt de onevenwichtige balans op met Bauers stem. Hij vult zonder probleem de zaal van het Conservatorium, echter zonder overdonderend over te komen. De pianoforte klinkt veel kleinschaliger, die het ongetwijfeld perfect zou doen in een Biedermeiersalon.

De andere klank, in vergelijking met een moderne concertvleugel, zorgt soms wel voor onwezenlijke klanken zoals in Die Wetterfahne. De afwisselende dynamiek in Frühlingstraum komt ook mooi tot haar recht. En daar waar we het gewoon zijn om de orgelklanken aan het begin van Das Wirtshaus te horen, klinkt het met een pianoforte eerder als een harmonium... wat, als je erover nadenkt, nog niet zo'n gek idee is.

Het meest opvallende vond ik Im Dorfe. Bij de eerste maten stel ik me meestal de blaffende honden en het geratel van hun kettingen voor. Maar in deze uitvoering, hoor ik het constant gesnurk van de slapers. Als op het einde van het lied dat gesnurk nog altijd op identiek dezelfde manier hoorbaar is, wordt de betekenis van de Wanderers "Ich bin zu Ende mit allen Träumen" duidelijk.

Het gebruik van de pianoforte zorgde met andere woorden voor verschillende interessante inzichten. Al moest van Immerseel halverwege, na Einsamkeit, de uitvoering even onderbreken om zijn instrument opnieuw te stemmen.

Thomas Bauer gaf een redelijk boeiende vertolking, die me wel niet constant op het puntje van mijn stoel deed zitten. Het tweede deel, vanaf Einsamkeit, geraakte hij wel steeds meer en meer in de liedcyclus, gebruikte hij meer kleuren en expressieve effecten, en was er meer variatie in zijn dynamiek.

Alleen zijn forte is niet altijd even mooi. Soms zou dat toegeschreven kunnen worden aan een bewuste expressie, als hij bijvoorbeeld "Des ganzen Winters Eis" op het einde van Gefror'ne Tränen meer brult dan zingt. Iets te vaak ging dat forte ook gepaard met een overschakeling naar staccato, terwijl hij anders wel mooi legato kan zingen, zoals in Wasserflut.

Bauers meest opvallende moment was het slot van Der Leiermann als hij de orgelman aanspreekt met "Wunderlicher Alter". Tussen die twee woorden liet hij een korte pauze vallen, waardoor de Wanderer even niet lijkt te weten hoe hij de Leiermann moet aanspreken. Het zou natuurlijk ook kunnen dat Bauer even zijn tekst kwijt was, maar het effect was mooi en had zin, dus geef ik hem graag het voordeel van de twijfel.

Tenslotte moet het de eerste keer zijn, denk ik, dat ik na een Winterreise een bisnummer hoor zingen. An die Musik is een klassieker en botst niet al te veel met de sfeer van de liedcyclus...

Publicatie: dinsdag 1 december 2009 om 12:35
Rubriek: Liedrecital