Il Grand' Inquisitor

Meerstemmige Schubertliederen in Schwarzenberg

Een van de voordelen van de Schubertiade is dat hier verschillende topzangers samenkomen, waardoor het relatief eenvoudig is om ook een avond met kwartetten en duetten te programmeren.

Diana Damrau en Angelika Kirchschlager hadden eerder deze week al hun solo-liedrecital gegeven. Ian Bostridge heeft ook al twee recitals gegeven, waarvoor ik uiteraard gepast heb. Maar als hij vastgekluisterd staat aan een pupiter en gedwongen wordt om rekening te houden met de smaak van andere zangers, dan valt hij wel te genieten. Christopher Maltman zal morgen nog Winterreise zingen. Deze vier zangers werden aan de piano begeleid door Julius Drake.

Het ijs werd meteen gebroken met het eerste kwartet Hymne an den Unendlichen toen Damrau bij de inzet volledig de mist inging, de slappe lach kreeg en daarbij ook Kirchschlager aanstak. Thomas Quasthoff deed daar dan nog een schepje bovenop door vanaf zijn gebruikelijke balkonplaats een luid "bravo" de zaal in te brullen... De tweede poging verliep zonder problemen.

Het eerste duet was er eigenlijk geen, want de Ossianballade Cronnan kan ook solistisch uitgevoerd worden. Het grootste deel werd door Ian Bostridge gezongen. Maar de twee tussenkomsten van Vinvela werden door Diana Damrau van achter de houten wand gezongen, wat een mooi effect was. Zonder onderbreking zongen ze daarna het "echte" duet Selma und Selmar wat qua sfeer perfect aansluit bij Cronnan.

Eine altschottische Ballade was nog zo'n tot duet omgewerkt lied. Dit lied is beter bekend in de Loewe-versie als Edward. Schuberts versie is in vergelijking nogal saai en sluit minder goed aan bij de tekst van het afschuwwekkend verhaal. Maar door de rollen van Edward en zijn moeder respectievelijk door Maltman en Kirchschlager te laten zingen, ontstaat meteen een theatrale dynamiek die het geheel boeiend maakte.

Wat de sopraan-tenor-duetten betreft, mocht ook Licht und Liebe niet ontbreken. Het is een briljant duet waarvan de melodie, die eerst door de tenor gezongen wordt en na het sopraantussenstuk als duet terugkeert op het einde, onmogelijk nog uit je hoofd te krijgen is. Damrau en Bostridge zongen ook Mignon und der Harfner. Dit lied is uiteraard vooral bekend in de sopraanversie Nur wer die Sehnsucht kennt. Maar in "Wilhelm Meisters Lehrjahre" is dit een duet van Mignon en de Harfner en dus sluit deze duetversie beter aan bij het origineel van Goethe en is minstens even mooi - en misschien zelfs nog mooier - dan de sopraanversie. Gewoonweg hemelse muziek.

In vergelijking met de duetten, vond ik de kwartetten iets minder interessant. Maar desalniettemin heeft Schubert ook in dat genre pareltjes gecomponeerd... Des Tages Weihe of Gebet bijvoorbeeld. Der Tanz zorgde voor een opgewekte noot tussendoor.

Voor het bisnummer riep Julius Drake Justus Zeyen uit de zaal, omdat ze een kwartet voorbereid hadden met vierhandige piano-begeleiding. Dat is nog zo'n voordeel van dit Schubertfeest... er loopt altijd wel ergens een extra pianist rond.

Publicatie: vrijdag 7 september 2007 om 13:40
Rubriek: Liedrecital