Il Grand' Inquisitor

L'uomo & Monsieur Choufleuri in De Munt

De twee opera's die De Munt tegelijkertijd opvoert, hebben absoluut niets met elkaar gemeen... tenzij het feit dat het allebei eenakters zijn. Aan de ene kant is er de wereldcreatie van L'uomo dal fiore in bocca van Luc Brewaeys. Aan de andere kant van de pauze staat Offenbachs "opérette-bouffe", Monsieur Choufleuri restera chez lui le.... Beide opera's werden geleid door Patrick Davin en geregisseerd door Frédéric Dussenne.

L'uomo dal fiore in bocca is gebaseerd op het gelijknamige toneelstuk van Luigi Pirandello. Het vertelt het verhaal van een man - l'uomo dal fiore in bocca - die lijdt aan lipkanker (eufemistisch omschreven als "de bloem in de mond" in de titel) en die niet thuis verzorgd wil worden door zijn vrouw. Hij houdt zich op in een station waar hij mensen observeert en aanspreekt en zich zo vastzuigt aan het leven. Hij geraakt aan de praat met een man die zijn laatste trein gemist heeft en noodgedwongen de nacht moet doorbrengen in het station.

Het meest opvallende aan deze opera is dat L'uomo (gezongen door de bariton Davide Damiani) continu ingeleid, begeleid en uitgeleid wordt door een tuba. Luc Brewaeys noemde de opera dan ook niet voor niets een vermomd tubaconcerto. Centraal in de opera zit zelfs een grote monoloog voor L'uomo die enkel door de tuba begeleid wordt. De hele opera is eigenlijk één lange monoloog. De man die zijn trein miste (Yves Saelens) heeft relatief weinig te zingen en geeft enkel korte replieken.

Ik zou Brewaeys' opera kunnen omschrijven als een tekstopera. Het Italiaans libretto is continu boeiend en interessant. Zijn behandeling van de tekst volgt ook perfect de prosodie van de taal. Het instrumentaal deel van de partituur vond ik ook zeer geslaagd. Hij gebruikt (uiteraard) veel slagwerk en creëert allerlei geluidseffecten, ook met de andere instrumenten van het orkest, zoals het indringend gepluk aan de harp of het bespelen van een xylofoon met een strijkstok. Maar hij zorgt er wel voor dat het orkest nooit de zangers overstemt en de tekst altijd verstaanbaar blijft.

De vrouw van L'uomo is op de achtergrond aanwezig en heeft slechts een korte spreekrol. Zij wordt echter verklankt door drie zangeressen die in de orkestbak een gedicht van Torquato Tasso zingen, "Vivrò fra i miei tormenti" uit Gerusalemme liberata. Tenminste, dat is de uitleg die Brewaeys er zelf aangeeft. Toen ik het hoorde, had ik eerder de indruk dat het, naast de tuba, een derde stem was die door het hoofd van L'uomo speelde...

Monsieur Choufleuri restera chez lui le... is een komisch werkje over Choufleuri die thuis zijn gasten wil onderhouden met opera... niet zozeer omdat hij graag opera hoort, maar omdat het een goede indruk maakt. Of, zoals Choufleuri het zelf formuleert: "Je protège les arts et protéger les arts quand on n'y comprend rien, c'est sublime." Daarmee spot Offenbach uiteraard met zijn eigen publiek.

Maar hij neemt ook de Italiaanse opera op de korrel. De voorziene zangers - o.a. de legendarische Tamburini en Rubini - zijn "subitement indisposés" (in werkelijkheid zingen ze op die avond de première van I Puritani). Choufleuri, zijn dochter Ernestine en haar minnaar Chrysodule Babylas geven dan maar een "subliem" operaconcert, dat ze bij elkaar improviseren met pasta-berlusconi-macaroni-Italiaans. Offenbach schrijft hiervoor belcanto-muziek met de nodige coloraturen, stretta's en knipoogjes naar Bellini.

Het werd opgevoerd door een volledig Belgische bezetting, met Michel Trempont als een schitterende Choufleuri. Operette lijkt niet echt de sterkste kant te zijn van Hendrickje Van Kerckhove. Net zoals bij haar Valencienne in de Vlaamse Opera komt ze als Ernestine ook moeilijk voorbij de orkestbak. Yves Saelens zingt in deze opera de rol van Chrysodule Babylas. Hij doet het redelijk goed, maar zijn nasale klank blijven me nog altijd storen. Tenslotte zong Lionel Lhote het kleine rolletje van de Belgische butler Petermann. Op vocaal vlak was Choufleuri duidelijk de mindere van L'uomo, maar Offenbachs muziek en grappige woordspelingen compenseerden dit grotendeels.

Publicatie: donderdag 15 februari 2007 om 23:23
Rubriek: Opera