Il Grand' Inquisitor

Jakob Lenz in deSingel

Muziektheater Transparant trekt de komende maand doorheen Europa met de kameropera Jakob Lenz die Wolfgang Rihm in 1977 gecomponeerd heeft. Ze gingen van start in deSingel om, via Brussel, Kopenhagen en Luxemburg half april te eindigen in Parijs.

De opera vertolkt de waanzinnig wordende dichter Jakob Lenz, een tijdgenoot van Goethe. De muziek wordt af en toe onderbroken door een stem die vertelt over Lenz' omzwervingen doorheen de bergen. Het is een soort kapstok waar de verschillende scènes aan opgehangen worden. Het is daarbij irrelevant of die scènes echt gebeuren - zoals de ontmoeting met de dominee Oberlin - of dat het de herinneringen van Jakob Lenz zijn, terwijl hij als een "Wanderer" rondtrekt. De sobere regie van Caroline Petrick geeft daar ook geen echt antwoord op.

Wolfgang Rihm heeft de muziek geschreven voor een kleine bezetting: een paar koperblazers, een viertal houtblazers, slagwerkers, drie cello's en een klavecimbel, allemaal leden van de Beethoven Academie onder leiding van Alejo Pérez. Naast de drie solisten zijn er nog acht zangers die als koor - "de mensen" - optreden.

Rihms muziek klinkt uiteraard modern, maar is toch meeslepend. Voor de drie zangers bedenkt hij een eigen zangstijl... waarbij de rol van Jakob Lenz, die dubbel bezet is (ik hoorde Hans Gröning), alle mogelijke uitdrukkingsvormen gebruikt. Gezien zijn waanzin is het niet onlogisch dat hij spreekt, roept, fluistert... en ook zingt. Soms is het lyrisch, soms met grote intervallen die hem dwingen om borst- en kopstem van de ene op de andere noot af te wisselen.

De dominee Oberlin, gezongen door Marek Gasztecki, klinkt dan weer totaal anders. Hij heeft eigenlijk maar één uitdrukking. Hij zingt constant in de lagere regionen van zijn basstem en geeft daarmee muzikale vorm aan zijn standvastigheid, betrouwbaarheid en steun. Ook Lenz' vriend Kaufmann zingt op een normale manier. Deze rol werkt gezongen door Lorenzo Caróla - niet onbekend van kleinere rolletjes in De Munt - maar ik vond hem iets minder overtuigend dan de twee andere zangers.

De opera werd opgevoerd op de "Kleine tribune" van de Rode Zaal, waar plaats is voor ongeveer 200 personen. Daardoor zit je als publiek bovenop het gebeuren, wat zeker bijgedragen heeft tot de intensiteit en de betrokkenheid. De komende weken zijn er nog kansen genoeg om de voorstelling ergens in Vlaanderen te zien. Laat de "moderne" partituur je niet afschrikken... het is een aanrader.

Publicatie: donderdag 9 maart 2006 om 22:53
Rubriek: Opera