Il Grand' Inquisitor

Werther in Antwerpen

Een paar jaar geleden kon je geen Belgisch operahuis binnenlopen of je kwam wel een productie tegen van Willy Decker. Zijn Falstaff, Salome, Otello en Tristan und Isolde waren afwisselend te zien in Antwerpen en Brussel. Het is dan even stil geworden, maar nu is hij dus terug met Werther, een "oude" productie die de Vlaamse Opera in Amsterdam ging halen.

De opera speelt zich af in een typisch Gussmann-decor met sterk hellende vlakken en wanden. Het huis van Le Bailli lijkt wel een gekantelde schoendoos waarvan de achterwand open en dicht kan schuiven. Al naargelang het seizoen - zomer voor de eerste twee bedrijven en winter voor de twee laatste bedrijven - is de kleur van de scene achter deze schuifwand korengeel of sneeuwwit.

Voor de rest blijft de scene leeg, op een paar rekwisieten na. Werther zeult vanaf het begin rond met het fatale pistool (wat zijn vraag op het einde van het derde bedrijf om een pistool te lenen enigszins zinloos maakt). Charlotte heeft iets met het portret van haar moeder, dat ze maar niet aan de muur kan laten hangen, en de kinderen maken dorpjes met speelgoedhuisjes, ... De kracht van de productie moet dan van de inventiviteit van de regisseur komen en daar schort er wel wat.

Willy Decker gelooft namelijk niet in de muziek en laat tijdens de prelude Werther wat doelloos rondlopen achteraan de scene. Charlotte mag hetzelfde nog eens overdoen aan het begin van het vierde bedrijf tijdens "La nuit de Noël"... inclusief het obligate over de grond rollen, wat altijd wel een dankbare truuk is als de regisseur het even niet meer weet. Kwestie van het publiek bezig te houden tijdens die momenten dat er even niet gezongen wordt. Als een aria wat te lang dreigt te worden, krijgen we weer diezelfde idiote regievondsten.

Er wordt soms beweerd dat de opera beter "Charlotte" zou heten in plaats van Werther. Afgaand op de prestaties van Ann Hallenberg zou dat zelfs gerechtvaardigd zijn. Zonder concurrentie is de Zweedse mezzo de beste zangeres op scene. Ze heeft een grote stem; maar toch weet ze de nuances van haar grote scene, die culmineert in een aangrijpende "Va ! laisse couler mes larmes", over te brengen. In dat derde bedrijf zingt Werther ook nog de bekendste aria uit de opera, "Pourquoi me réveiller", maar desalniettemin is dit "haar" bedrijf. Kortom, Ann Hallenberg is een ontdekking en een zangeres om in de gaten te houden.

In de twee voorstellingen die ik gezien heb, leek Gerard Powers wel twee verschillende zangers. We zullen het maar aan de premiere-kriebels toeschrijven dat hij de climax van "apelle-moi" op het einde van het tweede bedrijf niet haalde en vervolgens de rest van de voorstelling afwerkte met de handrem op. Maar toen hij gisteren voorafgaand aan zijn eerste aria "O nature pleine de grâce" opbouwde naar "... l'air d'un paradis" had ik het gevoel dat hij een stuk meer op zijn gemak was. De rest van de avond verliep dan ook zonder verdere problemen, alhoewel je niet al teveel subtiliteiten hoeft te verwachten van Gerard Powers, maar hij zingt wel behoorlijk idiomatisch Frans.

Brett Polegato begint een vaste gast te worden in Antwerpen... eerder nog te horen in de rol van Guglielmo en nu in de rol van Albert. Zoals eerder in de Mozart-opera zingt hij braafjes zijn rol, zonder echt op te vallen.

Tenslotte moet ook de dirigent Patrick Fournillier nog vermeld worden die kleurrijke contrasten uit het orkest van de Vlaamse Opera wist te halen. Bij hem zijn er geen sentimenteel stroperige klanken, maar een dramatische opbouw die vooral in de confrontaties tussen Werther en Charlotte goed tot hun recht komt.

Publicatie: donderdag 6 februari 2003 om 17:56
Rubriek: Opera