Il Grand' Inquisitor

Der Barbier von Sevilla - Joseph Keilberth

Kerstmis 1959. De zender ARD schrijft geschiedenis door voor de eerste keer een opera live uit te zenden. De opera Der Barbier von Sevilla - en niet Il barbiere di Siviglia - werd toen uitgevoerd door de Bayerische Staatsoper in het Cuvilliéstheater in München.

Het is uiteraard geen toeval dat Deutsche Grammophon net nu deze opname uitbrengt op DVD. Fritz Wunderlich, de Almaviva van deze opvoering, zou dit jaar 75 geworden zijn... als hij in 1966, een paar dagen voor zijn 36e verjaardag, niet door een stom ongeluk om het leven gekomen zou zijn. Om een legende te worden, helpt het natuurlijk om vroeg te sterven, maar dat is uiteraard niet voldoende. Fritz Wunderlich beschikte over een van de mooiste lyrische tenorstemmen van de 20e eeuw en was o.a. dé Tamino van zijn generatie en hét voorbeeld voor elke tenor die na hem Mozart wil zingen.

Voor wie tegenwoordig gewend is geraakt aan het vocale vuurwerk van Florez en andere Rossini-tenoren, is Wunderlichs Rossini waarschijnlijk een schok. In 1959 werd uiteraard op een andere manier Rossini gezongen. De spectaculaire coloraturen werden overgelaten aan de sopranen, maar Wunderlich heeft dat spektakel niet echt nodig om je van je stoel te slaan. Zijn timbre, zijn legato, zijn gemakkelijke hoogte, zijn perfecte dictie, zijn "présence" op het podium volstaan.

Op dat podium staat een productie zoals je die verwacht van die periode... het is een productie waarin de triplex-decors enkel als beeldvulling dienen. Er wordt uiteraard in het Duits gezongen. Het valt echter wel op dat de grootse gebaren die soms met die periode geassocieerd worden volledig achterwege blijven. In een komedie als "De barbier" en in de kleine zaal van het Cuvilliéstheater zou dat trouwens ongepast zijn.

Vooral het acteerwerk van Hermann Prey valt op. Hij zou later ook uitgroeien tot een van de belangrijke "Italiaanse" Figaro's, de basis daarvoor werd hier - in zijn moedertaal - gelegd. Het is zelfs verbazend dat hij in het prachtig gekarakteriseerde "Bin das Faktotum" (inclusief een heel mooie kopstem) niet over zijn tong struikelt, gezien de snelheid van de aria en de, niet altijd even lekker bekkende, Duitse vertaling.

In de jaren '50 was Rosina nog sopraanrepertoire, daarom dat een "coloratuursopraan" als Erika Köth hier deze rol zingt. Zij zingt wel een ongelooflijke hoeveelheid extra coloraturen die ik nog nooit eerder gehoord heb. Haar aria "Frag ich mein bekommnes Herz" (Una voce poco fa) is een opwindende uitvoering waarbij de hoogste noten zelfs logisch en evident klinken. Het was toen ook nog de gewoonte om tijdens de muziekles niet de voorziene aria uit "L'inutile precauzione" te zingen, maar iets waarmee de sopraan kon schitteren. In deze voorstelling was dat ook zo, Erika Köth zingt Norina's aria "Quel guardo il cavaliere" (ook in het Duits) uit Don Pasquale.

Het is ook verrassend om de toenmalig regerende Wotan, Hans Hotter, Basilio te horen zingen. Hij is wat stijf en offert zijn legato soms op, maar je volgt toch gefascineerd en even nieuwsgierig als dokter Bartolo zijn plan dat hij in "Die Verleumdung" uiteenzet. Max Proebstl als Bartolo vond ik iets minder mooi. Hij speelt Bartolo als een buffo-karakterrol, inclusief rare stemmetjes tijdens de recitatieven. Maar als hij dan bijvoorbeeld aan zijn aria "Einen Dokter meinesgleichen" komt, schakelt hij terug naar zijn gewone zangstem.

Publicatie: zaterdag 12 november 2005 om 12:07
Rubriek: CD & DVD