Il Grand' Inquisitor

Rappresentazione di Anima e di Corpo in Keulen

Het vroeg-barokke opera-oratorium Rappresentazione di Anima e di Corpo van Emilio de' Cavalieri stelt ongetwijfeld allerlei problemen om het op de planken te brengen. De eenvoudigste oplossing is om het gewoon (semi-)concertant te brengen en de allegorische figuren te laten voor wat ze zijn. Dat is uiteraard niet de optie die de Keulse opera genomen heeft.

Om een of andere reden ziet de regisseur Uwe Hergenröder een verband met de inhuldiging van een muziektempel, i.c. de Keulse Opera zelf. Zo wordt de openingsaria "Il tempo fugge" van Tempo (gezongen door Dieter Schweikart) telkens onderbroken door fragmenten uit de toespraak uit 1957 bij de inhuldiging van de Opera. En de opera eindigt met een - best wel grappige - discussie over het nut en de relatieve schoonheid van het operagebouw en of ze het gebouw niet beter zouden afbreken. Daarna komt een slopershamer door de achtermuur van de scene gevlogen en zakken twee van de balkons in de zaal naar beneden.

De twee hoofdrolspelers hebben zo ook hun rol in het gebeuren. Corpo - een goede Panajotis Iconomou met een mooie bariton - is een technieker van de opera die met een draagbare boormachine allerlei probleempjes moet herstellen van gaten in de vloer tot brekende stoelen en tafels. Anima - een degelijke Viola Zimmermann - is een hostess bij de inhuldiging. Het concept is me nog niet helemaal duidelijk, maar vermakelijk is het wel.

Ook op muzikaal vlak is er aan de partituur geknutseld door ene Steve Gray. De zangpartijen zijn op het eerste zicht niet gewijzigd, maar de volledige orkestratie is nieuw. De opera begint bijvoorbeeld - met al het licht nog aan - met een saxofonist die over de scene loopt en dan bij een jazz-kwartet gaat zitten. Hij sluit ook de voorstelling af met variaties op het slotkoor. Achteraan op de scene zit een ingekrimpt Gürzenich Orchester. De barokmelodieën worden aangevuld met twintigste eeuwse orkestklanken en jazzy begeleidingen (die soms als wat te melige kerstmuziek klinken). Als iemand dit de muziek van Verdi of Mozart zou aandoen, zou er waarschijnlijk een revolutie losbreken. Maar elke aanvulling op de magere orkestratie van Emilio de' Cavalieri is hoedanook een verbetering... enkel die-hard HUP-fanaten krijgen hiervan waarschijnlijk de kriebels. Voor de anderen is het een amusante voorstelling. De zaal zat weliswaar maar halfvol, maar bijna iedereen - zelfs ik - bleek zich toch te amuseren.

Publicatie: maandag 16 mei 2005 om 11:28
Rubriek: Opera