Il Grand' Inquisitor

Tristan und Isolde in Parijs

Als er een prijs zou moeten gegeven worden voor dé operaproductie van het jaar, dan is de kans groot dat het de Parijse Tristan und Isolde zou worden... zelfs nog voor de eerste opvoering. In de combinatie van zangers, regisseur Peter Sellars en dirigent Esa Pekka Salonen is er voor iedereen wel een reden te vinden om ervoor naar Parijs te gaan. Voor mij was de hoofdreden de video-artiest Bill Viola, ook al waren zijn opera-credentials onbestaande.

Ik kende Bill Viola enkel van zijn video-installatie Five angels for the millenium. Zelfs de light-versie in Tate Modern vond ik al heel indrukwekkend, maar dat viel totaal in het niets met de tentoonstelling in de Gasometer Oberhausen tijdens de RuhrTriennale. Met die overweldigende beelden in mijn hoofd had ik schrik dat zijn beelden bij Tristan und Isolde de voorstelling veel teveel zouden domineren. In zekere zin doen ze dat ook, maar toch ook weer niet.

Op het podium werd een relatief klein speelvlak afgebakend met daarachter grote schermen waarop Viola's film geprojecteerd werd. Het was niet zijn bedoeling om enkel de opera te illustreren, alhoewel er toch zuiver illustratieve beelden zijn, zoals de golven in het begin van het eerste bedrijf of het bos in het tweede bedrijf. Maar over het algemeen vertelt hij een ander - zij het gerelateerd - verhaal. Het drinken van de liefdesdrank is het centrale "zuiverende" moment van het eerste bedrijf en vanuit dit idee ontspint zich een volledig alternatief reinigingsritueel. Na de reiniging met water van het eerste bedrijf komt de loutering door vuur in het tweede bedrijf tijdens het liefdesduet. Op het moment dat de video-Tristan door het vuur stapt, denk je uiteraard meteen aan dat ander Wagneriaans koppel... uit de Ring. Het laatste bedrijf met de dood van Tristan en Isolde sluit visueel het best aan bij "Five angels".

Voor doordeweekse zangers is het waarschijnlijk een onoverkomelijke taak om te concurreren met die videobeelden, waar je nu eenmaal niet naast kán kijken. Maar zet Waltraud Meier op een scène en je hebt meteen een tweede aandachtspunt die alle aandacht naar zich toe zuigt. Een van de meest dramatische momenten komt bijvoorbeeld als ze Tristan de drank aanreikt en daarbij deels spottend, deels waanzinnig, deels uitdagend de woorden "Ihren Angelobten erschlung ich ihr einst, sein Haupt sandt' ich ihr heim; die Wunde, die seine Wehr mir schuf, die hat sie hold geheilt" in zijn gezicht slingert. Voor deze momenten vergeef ik haar graag de gemiste hoge noten van het liefdesduet en in "Mild und leise".

Ik was minder overtuigd van Ben Heppner. Hij zingt weliswaar onvermoeibaar de eindeloze muziek van Tristan, maar ik had vaak de indruk dat zijn stem een maat te klein is... ondanks de vaak transparante orkestklank van Esa Pekka Salonen. Het is echt een volumeprobleem, omdat ik eigenlijk nooit een massieve muur van geluid hoorde, zoals Waltraud Meier bijvoorbeeld wel kan produceren. Ik vond Salonen trouwens soms ook veel te traag. Vooral in de ouverture laat hij spanningsloze stiltes vallen, waardoor de ouverture desintegreert. Als dezelfde muziek weerkeert tijdens het liefdesduet kan hij ook maar amper de spanning gaande houden.

Of deze productie ook effectief de prijs "productie van het jaar" gaat krijgen van een of ander muziektijdschrift valt nog te bezien. Alle hype errond speelt misschien in zijn nadeel, maar ik kan niet meteen een andere productie bedenken die de "prijs" meer zou verdienen.

Publicatie: maandag 9 mei 2005 om 18:00
Rubriek: Opera