Mel Bonis in Wigmore Hall
Het aantal liederen van Mel Bonis dat ik ooit al live gehoord heb, kan ik op de vingers van één hand tellen... en dan heb ik nog een paar vingers over. Een en ander werd gisteren rechtgezet met het liedrecital in Wigmore Hall dat volledig aan haar gewijd was.
De Franse componiste Mel Bonis (1858-1937), oftewel Mélanie Hélène Bonis, had een bewogen leven. Ze studeerde samen met Debussy aan het conservatorium van Parijs, waar ze een passionele relatie had met de zanger Amédée-Louis Hettich (een paar van zijn gedichten zette ze op muziek). Haar ouders zagen een huwelijk met hem niet zitten en huwelijkten haar uit aan een 25 jaar oudere industrieel, die al vijf kinderen had uit twee eerdere huwelijken. Samen hadden ze nog drie kinderen, waardoor haar muzikale componistencarrière tijdelijk opgeschort werd. Later zou ze Hettich terug ontmoeten, een geheime relatie met hem hebben waar nog een dochtertje Mélanie uit zou voortkomen. Mélanie werd ook nog verliefd op Edouard, een zoon van Mel Bonis, waardoor ze haar buitenechtelijke relatie niet meer geheim kon houden. Kortom, je zou een opera over haar leven kunnen schrijven...
Desalniettemin componeerde ze toch een behoorlijk oeuvre bij elkaar, waaronder ook een aantal vocale werken met een 40-tal liederen en religieuze werken. Een selectie hieruit werd gisteren uitgevoerd door vijf zangers en twee pianisten, allemaal studenten aan het Londense Royal College of Music. Audrey Hyland praatte alles aan elkaar met wetenswaardigheden uit Bonis' biografie. Het zijn mooie, sfeervolle en gevarieerde liederen met vaak een interessante, beschrijvende pianomuziek. Firoze Madon evoceert bijvoorbeeld een wiegende gondel in Bonis' eerste lied Sur la plage (Opus 3), of zorgt voor dramatiek in Le dernier souvenir met een dolksteek op het einde... "Quelqu'un m'a dévoré le coeur". In het grappige lied Le chat sur le toit horen we in de piano van Louis-Victor Bak dan weer een trippelende kat of fluitende vogeltjes bij "Or, l'aube a lui claire et sereine".
Er wordt overwegend goed en mooi gezongen, al blijft het Frans - zoals gewoonlijk - wel een aandachtspunt voor de vijf zangers. Bij de sopraan Susanna Davis zie je vooral de humor van Le chat sur le toit in haar gezicht en minder in haar stem. In Berceuse laat ze een sexy, rokerige laagte horen. Bella Marslen zingt Songe met een zilveren sopraan en legt een goede expressie in Sauvez-moi. Samen met de contratenor Will Prior zingen ze Chanson catalane, afwisselend een strofe waardoor een dialoog ontstaat. Ik heb altijd problemen met contratenors die liederen zingen, maar Prior is meer dan verdienstelijk met voldoende dynamische nuance in La mer of een melancholische uitvoering van Pourriez-vous pas me dire?. De mezzo Cecilia Yufan Zhang heeft voor mij de mooiste stem van de vijf in Immortelle tendresse of een ontroerend slot van Un soir... "Oh, dors bien, tu n'entendras pas le ciel qui pleure". De bariton Samuel Hird tenslotte was een invaller. Hij zingt het dramatische Le dernier souvenir met een robuuste stem, maar wel nog zwakke lage noten.
Alles bij elkaar was het een verhelderend recital met veel liederen die het ontdekken waard zijn... het moet niet altijd Fauré, Debussy of Ravel zijn om klank te geven aan de Franse Belle Epoque.
Publicatie: maandag 16 juni 2025 om 09:34
Rubriek: Liedrecital