Les contes d'Hoffmann in Düsseldorf
Bij Les contes d'Hoffmann is er altijd de vraag met hoeveel sopranen de opera bezet wordt. In het geval van de nieuwe productie in Düsseldorf (een co-productie met Graz), is de vraag eerder hoeveel regisseurs... vier stuks is het antwoord.
Olympia, Hoffmann (foto © Barbara Aumüller)
Op zich is het best verdedigbaar om elk verhaal door een andere regisseur te laten vormgeven. Het is ook niet helemaal nieuw, ik heb iets gelijkaardigs ooit in Wuppertal gezien. De vertellingen worden ingekaderd door Tobias Ribitzki. De Proloog speelt zich af voor het gordijn. Hoffmann zit aan een tafeltje te schrijven, samen met de Muse. Het is niet de meest boeiende - zeg gerust een saaie - enscenering. Het Glou-Glou-koor wordt vanachter het doek gezongen en als de drinkebroers dan toch uiteindelijk verschijnen, staan ze statisch op een hoopje.
De zangers slagen er ook niet in om de zaak te redden. Ovidiu Purcel hebben we al vaker in Düsseldorf gehoord, maar Hoffmann is een rol die hem niet echt ligt. Hij heeft weliswaar alle noten, maar zijn Frans is onverstaanbaar en een monotone metaalklank geeft weinig charme aan zijn vertolking. Petr Sokolov is dan weer een zanger zonder stem. Als hij op een onbewaakt moment eens hoorbaar is, dan horen we wel een vrij aangenaam geluid in degelijk Frans. Maar Lindorf en de andere duivelincarnaties vragen wel een bas-bariton die er staat. Maar gelukkig is er Kimberley Boettger-Soller. Ze zingt met een prachtige mezzo, en geeft een levendige vertolking van de Muse en Nicklausse.
Nicklausse (foto © Barbara Aumüller)
Het Olympia-bedrijf wordt - letterlijk - in beeld gebracht door het theatercollectief 1927. Een grote tekenfilm vult het volledige beeld, waarmee de zangers interageren. Elena Sancho Pereg steekt met haar hoofd door het scherm voor "Les oiseaux dans la charmille" terwijl rond haar allerlei getekende machines verschijnen. Heel mooi gedaan, met de nodige humor.
Neville Tranter werkt dan weer met levensgrote Muppet-achtige poppen die bediend worden door twee poppenspelers (of een poppenspeler en een zanger). De meeste rollen krijgen zo'n dubbel. We zien de achterkant van een theater waarin Antonia haar zangdroom in rook ziet opgaan. Sylvia Hamvasi is een mooie Antonia met een uitstekend gezongen "Elle a fui, la tourterelle". Zoals vaak kan Andrés Sulbarán de show stelen als Frantz met zijn "Jour et nuit".
De Nederlandse choreografe Nanine Linning ensceneert het Giulietta-bedrijf. Ze brengt wel geen dansers mee, maar laat het koor bewegen... wat niet bij alle koorleden even goed gaat. Het ziet er soms wat knullig uit. Maar het is sowieso een lastig bedrijf. Het stelen van Hoffmanns spiegelbeeld gebeurt met een grote rondrijdende spiegel, ingenieus gemaakt zodat er geen spiegelbeeld in zichtbaar is. Sarah Ferede was een goede Giulietta.
Voor de Epiloog neemt Ribitzki het weer over. Weer een statische bedoening met een "concertante" apotheose... "Des cendres de ton coeur" werd weer prachtig ingezet door Kimberley Boettger-Soller, echt wel de naam van de avond om te onthouden.
Publicatie: zaterdag 31 mei 2025 om 10:28
Rubriek: Opera