Il Grand' Inquisitor

Christoph Prégardien in Zeist

Het negende Internationaal Liedfestival Zeist is gisteren in stijl van start gegaan met een opmerkelijk recital van Christoph Prégardien en Hans Eijsackers.


(foto © Matthias Müller)

Het festivalthema is dit jaar "toekomstmuziek". In het festivalboek wordt dit omschreven als "een thema dat uitnodigt om begrippen als 'toekomst' en 'tijd' op verschillende manieren te belichten". In het openingsrecital werd dit op twee manieren ingevuld.

In de eerste helft van het recital wordt vanuit de Schulze-Lieder vooruitgekeken naar de liederen van Wolfgang Rihm. Zes Schubertliederen worden in één continue beweging vermengd met een selectie liederen uit Ende der Handschrift, een cyclus die Rihm in 1999 voor Prégardien gecomponeerd heeft. De duistere gedichten van Heiner Müller blijken goed samen te gaan met de manisch-obsessieve gedichten van Schulze.

Rihms zanglijn is vrij lyrisch, het is vooral de pianopartij die commentaar geeft bij de tekst. In het eerste lied Glückloser Engel 2 doet de piano me om een of andere reden denken aan Die Stadt van Schubert. De "schlaflos" in Blaupause inspireerde Rihm tot een donker malende piano, Leere Zeit heeft een heel spaarzame begeleiding, terwijl het slotlied Geh Ariel dan weer iets Messiaens heeft. Allemaal met de nodige bezieling en verfijning uitgevoerd door Eijsackers.

Maar Prégardien laat zich ook niet onbetuigd. Zijn stem klinkt nog altijd uitstekend, een paar voorzichtige hoge noten in Auf der Bruck niet te na gesproken. Opmerkelijk was zijn vertolking van Im Frühling. De nostalgie in de tweede strofe krijgt een paar extra versieringen mee... "die Blumen, das Gefild". In het slot, "und säng ein süsses Lied von Ihr", haalt hij de kleur uit zijn stem als een lang uitgerekte evocatie van een pijnlijke herinnering. Diezelfde kleur krijgen we terug in het aansluitende en gruwelijke Nature morte waarin drie lijken aan bomen bengelen... "Strange Fruit" is niet ver weg.

De toekomstmuziek na de pauze bestaat uit een traditioneler opgebouwd programma met uitsluitend Schubertliederen op gedichten van Mayrhofer, waarin hij vaak op een verdoken manier verwijst naar een betere toekomst die niet gedomineerd wordt door de Stasi-praktijken van Metternich... van de vraag "Wohin, o Helios" in Freiwilliges Versinken over "Die Erde is gewaltig schön, doch sicher ist sie nicht" in Wie Ulfru fischt tot "geh unter, Welt" van het magistrale Auflösung wordt zo een niet mis te verstane boog gespannen in een eerste groepje liederen.

In de tweede helft horen we overwegend nachtelijke waterliederen met het bekende Lied eines Schiffers an die Dioskuren of Der Schiffer, dat Prégardien beheerst zingt in plaats van de overdonderende vocale roetsjbaan waartoe zangers zich vaak laten verleiden. Maar het absolute hoogtepunt van de avond kwam op het eind met een waanzinnig mooi - ik zou zelfs zeggen ontroerend mooi - Abschied dat naadloos overging in Nachtstück. Hans Eijsackers kondigde tenslotte nog een kleine (sic) toegift aan, opgedragen aan Robert Holl... Schuberts Der Winterabend.

Publicatie: zaterdag 17 mei 2025 om 09:14
Rubriek: Liedrecital