Il Grand' Inquisitor

Wilfried Van den Brande in Antwerpen*

We hebben bijna een van de meest winterse weken van de afgelopen jaren achter de rug... en toevallig viel die week samen met een reeks opvoeringen van Winterreise. Vandaag werd die reeks afgesloten in "La scuola" van de Sint-Pauluskerk met Wilfried Van den Brande en Maciej Pikulski, georganiseerd door het Antwerp Liedfest.

Het was tevens de meest "normale" Winterreise van de week. Mijn winterse reisweek begon vorige zondag in Nürnberg met de halve cyclus gezongen door Konstantin Krimmel, dan volgden een uitvoering met vier zangers in Wigmore Hall en twee uitvoeringen van de Zender-versie: één met Julian Prégardien in Frankfurt, en een gechoreografeerde met Mauro Peter in Zürich. Maar vandaag dus de gebruikelijke uitvoering met één zanger en één pianist.

Wilfried Van den Brande brengt een goed doordachte en consequente Winterreise. Zoals bij alle goede uitvoeringen is Gute Nacht de sleutel tot de hele cyclus: we krijgen een introvert openingslied met een teder slot. Het zal een cyclus worden waarin de herinneringen aan de geliefde domineren. Denk bijvoorbeeld ook aan Der Lindenbaum, dat Van den Brande als een beschouwende reflectie brengt, slechts even opgeschrikt uit zijn mijmeringen als hij geconfronteerd wordt met de harde realiteit. Of Auf dem Flusse dat hij hypnotiserend begint, na een sfeervolle inleiding door Pikulski.

Deze Wanderer lijkt niemand iets te verwijten, zelfs Die Wetterfahne wordt nooit echt rancuneus. Enkel op het einde van Gefrorne Tränen is er even een stemverheffing, maar hij lijkt vooral kwaad te zijn op zichzelf. Die interne woede neemt hij mee in Erstarrung waarbij hij een paar lelijke tonen niet schuwt. Maar daar blijft het niet bij. Hij zet zijn majestueuze bas efficiënt in om ironie uit te drukken in Irrlicht. Na een donkere Einsamkeit is er een moment van licht in Die Post, eigenlijk het enige lichtpuntje dat neigt naar vreugde bij het "hoog opspringende hart".

Die Krähe biedt troost en is het overgangsmoment naar de finale. Een opmerkelijke Letzte Hoffnung is het kantelpunt in zijn interpretatie, die het midden houdt tussen hallucinatie en waanzin. Het is ook hier dat ik eraan herinnerd wordt dat Wotan ook een Wanderer is. Na het veelzeggende "ich bin zu Ende mit allen Träumen" van Im Dorfe wordt de waanzinsspiraal alleen maar sterker. Met de pijn van Der Wegweiser zijn we ver verwijderd van de geestesgesteldheid van Gute Nacht en is de Wanderer in een andere realiteit terechtgekomen.

De "Totenacker" van Das Wirtshaus wordt een uitdrukking van "Todessehnsucht", hij lijkt vrede genomen te hebben met een bepaald einde... Na een Prometheus-moment in Mut! (wat vooral indrukwekkend werkt bij een bas) treedt hij buiten zichzelf in Der Leiermann als een aangrijpend slot van deze Winterreise.

Publicatie: zondag 14 februari 2021 om 21:42
Rubriek: Liedrecital