Il Grand' Inquisitor

Liebeslieder-Walzer in Schwarzenberg

Vier zangers en vier pianistenhanden rond één piano... dat is dan bijna zeker voor een uitvoering van Brahms' Liebeslieder-Walzer. Dat was inderdaad het geval, inclusief de "Neue" en nog een tiental andere kwartetten.


(foto © Schubertiade)

Bij de zangers was het vooral uitkijken naar Christiane Karg die, na haar "Baby-Pause" (zoals het zo mooi heet in het Duits), haar rentree maakte op het recitalpodium. Haar stem heeft zich niet zo heel veel veranderd: ze heeft nog altijd een zilveren stem, misschien met iets meer patina dan vroeger. De vrouwelijke kant van het kwartet werd vervolledigd met de jonge Oostenrijkse mezzo Sophie Rennert, die ik pas vorige maand heb leren kennen tijdens de Johnson-lecture in Zeist. De twee mannen, Mauro Peter en Andrè Schuen, zijn heel snel vaste waarden bij de Schubertiade geworden. Naast deze jonge zangersgeneratie zorgden Helmut Deutsch en Julius Drake voor het leeftijdsevenwicht.

Bij de Liebeslieder-Walzer is er uiteraard weinig mogelijkheid voor de zangers om individueel te schitteren. Sophie Rennert zong wel Wohl schön bewandt met een stem die op dat moment nog vrij klein klonk, later op de avond zou ze mooi openbloeien. En Mauro Peter nam Nicht wandle, mein Licht voor zijn rekening. Maar in deze liederen gaat het vooral om de samenklank en deze vier jonge stemmen harmoniëren zeer mooi. Al heb ik bij deze kwartetten altijd het gevoel dat het wat rommelig overkomt omdat er net iets teveel muzikale lijnen door elkaar lopen. Op dat vlak zijn de Neue Liebeslieder-Walzer een stuk transparanter, en er zitten ook wat meer sololiederen in. Christiane Karg liet bijvoorbeeld in Nagen am Herzen horen dat ze niets van haar expressiviteit en tekstkleuring verloren heeft.

Tussen deze twee blokken Liebeslieder-Walzer kregen we nog drie opussen met kwartetten, met een andere textuur en iets meer vormelijke variatie. In de Drei Quartette, op. 31 viel bijvoorbeeld Wechsellied zum Tanze op waarbij de twee lage en de twee hoge stemmen koppeltjes vormden, of het prachtige Der Gang zum Liebchen dat beter bekend is in de soloversie. In Fragen, het laatste uit de Drei Quartette, op. 64, geeft Mauro Peter op zelfverzekerde wijze antwoord op de vragen die de drie andere zangers op hem afvuren. Maar ik was het meest gecharmeerd door de Vier Quartette, op. 92. In O schöne Nacht kunnen alle zangers zich één voor één voorstellen. Spätherbst en Abendlied neigen meer naar solo-met-koor-liederen, waarbij Christiane Karg de leiding nam en mooi boven de drie zangers uitzweefde.

Na de Liebeslieder-Walzer kreeg ik Ein kleiner, hübscher Vogel al niet meer uit mijn hoofd. Maar voor zekerheid brachten ze dat nog eens als bisnummer, zij het in een gevarieerde versie zodat elke zanger nog even "een moment" had.

Publicatie: woensdag 26 juni 2019 om 08:08
Rubriek: Liedrecital