Il Grand' Inquisitor

Wereldlijke Kantates in deSingel

Amper twee weken na zijn uitvoering van vier Bachkantates is Sigiswald Kuijken al terug in deSingel. Maar deze keer staan er wereldlijke kantates van Bach op het programma en voert hij die uit met het Freiburger Barockorchester en het Collegium Vocale Gent, in plaats van met zijn eigen formatie.

De drie kantates zijn alledrie huldekantates en bevatten muziek die bekender is van andere composities. Vereinigte Zwietracht der wechselenden Saiten (BWV207) werd geschreven ter ere van ene professor Kortte van de universiteit van Leipzig en bevat muziek uit het eerste Brandenburgs concert. Tönet, ihr Pauken ! Erschallet, Trompeten ! (BWV214) is een verjaardagskantate voor de toenmalige keurvorstin van Saksen en begint met dezelfde muziek als het Weihnachtsoratorium. En Preise dein Glücke, gesegnetes Sachsen (BWV215) is ook een verjaardagskantate voor de aanstelling van August III tot koning van Polen; de muziek van het openingskoor zou Bach later 'recycleren' in het Hosanna van zijn "Hohe Messe".

In vergelijking met het concert twee weken geleden, was dit concert een stuk bevredigender... vooral omwille van de kwaliteit van de solisten.

De twee mannen waren echter het minste, maar toch nog meer dan behoorlijk. Zowel Jan Kobow als Thomas Bauer namen wel ruim hun tijd om opgewarmd te geraken; na de pauze geraakte Jan Kobow zelfs helemaal niet echt op dreef. Maar over het algemeen liet hij een egale tenorstem horen, weliswaar met een paar slippertjes in de hoogte. Maar hij kwam niet veel verder dan "enkel" de noten zingen. Op zich is dat al de moeite en hij heeft bijvoorbeeld geen problemen met de lange frazes, maar iets meer kleur en variatie mag wel. De bas Thomas Bauer heeft ook een mooie stem, maar is nogal wisselvallig. De ene keer is hij saai, om in de volgende aria plots de kleuren die bij Kobow ontbraken wel te laten horen. Als hij nu ook nog iets aan zijn houding kan doen, in plaats van als een ingezakte bloemzak op het podium te hangen, dan wordt het nog iets.

Maar de sterren van de avond waren de twee vrouwelijke solisten. De uitstapjes die Sibylla Rubens de laatste jaren gemaakt heeft naar het liedgenre, blijken ook hun vruchten af te werpen in haar Bachinterpretaties. Telkens als zij begon te zingen, ging ik automatisch wat rechter zitten om de oren te spitsen. Al meteen in het recitatief van de eerste kantate "Auch ich will mich mit meinem Schätzen" heeft ze iets te vertellen. Die tekstvertolking blijft een constante tijdens de hele avond tot en met haar aria van de laatste kantate. Elk woord in een zin als "Aber die Bosheit mit Wohltat vergelten, ist nur der Helden, ist Augustens Eigentum" wordt subtiel ingekleurd. En bij de herhaling wordt bijvoorbeeld 'Bosheit' nog iets "bozer" uitgedrukt. Bijkomend heeft ze ook gewoon een heel mooie stem. Als Bachvertolkster overtreft ze bijna Ingeborg Danz. Maar Ingeborg Danz blijft nog altijd de soevereine Bachzangeres par excellence. Telkens als zij begint te zingen, word ik week. Heel haar expressie ademt Bach uit, zowel in haar frasering als in haar natuurlijkheid als in haar integere eenvoud. Het enige spijtige is dat de laatste kantate van de avond geen altpartij had.

Publicatie: dinsdag 9 november 2004 om 23:38
Rubriek: Oratorium