Il Grand' Inquisitor

Saint François d'Assise in Parijs

Overal waar Gerard Mortier passeert, laat hij een productie van Saint François d'Assise achter. Het verwondert dan ook niet echt dat hij zijn nieuwe job in Parijs begint met deze "Scènes franciscaines" van Messiaen... in een nieuwe productie van Stanislas Nordey.

De decors van Emmanuel Clolus bepalen grotendeels Nordey's regie, die weinig bewegingsvrijheid geeft aan de zangers. Het decor gebruikt het vierkant - het centrum van het kruis - als basiselement. De eerste drie scènes spelen zich af op een geheld vierkant, omsloten door een halve cilinder. Alles is initieel zwart en somber, alleen de scène met de melaatse krijgt een volledig witte (ziekenhuis)kleur.

Voor de drie scènes van het tweede bedrijf wordt het vierkant rechtop gezet. In "L'Ange voyageur" is het de poort van het klooster, waarop de Engel de vraag "Que penses-tu de la Prédestination ? ..." projecteert (de tekst van die vraag bedekt later nog volledig de halve cilinder). Vanaf "L'Ange musicien" wordt Saint François zijn vrijheid volledig afgenomen. In die scène staat hij als een heiligenbeeld op een miniscuul voetstuk tegen het - nu groenachtige - vierkant, waar ook de Engel naast hem verschijnt. Voor de laatste scène - de preek tot de vogels - staat hij in een soort preekstoel, die aan een metalen vierkanten constructie hangt.

De stigmatisatie van Sint-Franciscus is een van de belangrijkste momenten uit zijn leven. Nu staat hij weer op een voetstuk voor het middelste vierkant van een triptiek, geflankeerd door twee even grote vierkanten in de dominante kleur van de twee eerdere sleutelmomenten - de genezing van de melaatse en de ontmoeting met de Engel - waardoor een symbolische link gelegd wordt tussen deze scènes. De stigma's worden niet voorgesteld door vijf lichtstralen, zoals Messiaen voorgeschreven had, maar door het vierkant achter François rood te schilderen. In de laatste scène zit François eerst op zijn knieën tot hij samen met de melaatse en de Engel in het licht verdwijnt.

Het is misschien een teken dat Saint François d'Assise stilaan zijn ingang in het standaaroperarepertoire begint te vinden, als de regisseur de essentiële Christelijke elementen uit de opera weglaat. In de Sellars-productie in Salzburg waren er nog - weliswaar met TL-lampen gestileerde - kruisbeelden. De productie op de Ruhr-Triennale speelde zich af onder de koepel van een kerk. En in beide producties werden nog pijen gedragen. Niets van dit alles in Parijs. De broeders zien er eerder uit als dokwerkers en duidelijke, religieuze symbolen werden geweerd. Dit zou het werk meer toegankelijk moeten maken voor een niet-christelijk publiek... wat natuurlijk onzin is. Vooral omdat de Engel bijvoorbeeld wel vleugeltjes heeft, wat dan weer niet logisch is. Waarom zou dat vermeend "nieuwe" publiek de symboliek van een kruis en pijen niet verstaan, maar dan wel begrijpen wat een vrouw met vleugels moet voorstellen ? Maar afgezien van dit punt, vond ik het een geslaagde regie.

Twintig jaar na de creatie is José Van Dam nog altijd de onbetwiste verpersoonlijking van Saint François. De natuurlijkheid en het charisma dat hij uitstraalt, doen snel vergeten dat hij vaak geïmmobiliseerd wordt tegen een muur. Vooraf had ik zo mijn twijfels over hoe zijn stem zou dragen in de gigantische zaal van de Bastille. Maar de volle zes uur dat de voorstelling duurt, blijft de balans met het orkest perfect (ik zat trouwens op het tweede balkon) en zijn er nauwelijks tekenen van vermoeidheid merkbaar.

Christine Schäfer is een zangeres die zich volledig thuisvoelt in de meest uiteenlopende klankidiomen van de twintigste eeuw. Het was dan ook geen verrassing dat ze een briljante Engel zou zijn. Haar kristallen, vrij witte stem past perfect bij de rol. Net zoals in Salzburg zingt Chris Merritt weer een wobbelige melaatse. Tenslotte mogen Brett Polegato (Frère Léon) en Charles Workman (Frère Massée) niet onvermeld blijven.

Sylvain Cambreling dirigeerde het gigantische orkest, dat zelfs niet volledig in de orkestbak past... of zou het de bedoeling geweest zijn om de marimba's buiten de bak te plaatsen, waardoor ze een prominente plaats in het kleurenspectrum kregen ? Overeenkomstig de aanwijzingen van Messiaen stonden de drie ondes Martinot op verschillende plaatsen opgesteld, met één aan elke kant van de zaal ter hoogte van het eerste balkon.

Er zijn nog een paar opvoeringen voorzien, waarvoor de verplaatsing naar Parijs zeker verantwoord is. Maar ik vind dit werk dan ook één van de drie meesterwerken uit de Franse opera van de twintigste eeuw...

Publicatie: donderdag 21 oktober 2004 om 16:21
Rubriek: Opera