Il Grand' Inquisitor

Jenufa in de Munt

Jenufa is Janaceks meest toegankelijke opera en toch is het al bijna tien jaar geleden dat hij nog eens te zien was bij ons, met de herneming van de zwartezandbak-productie in de Vlaamse Opera. De Munt brengt een nieuwe productie van Alvis Hermanis dievooral visueel opulent is.


foto's © Karl en Monika Forster

Het dramatisch scharnierpunt van de opera is het tweede bedrijf, waarin de Kostelnicka Jenufa's zoontje verdrinkt. Het is een bedrijf met slechts de vier protagonisten en Hermanis laat dat bedrijf zich dan ook afspelen in de intimiteit van een afgeleefde woonkeuken. Het is dramatisch het meest sterke moment van de voorstelling, al moet de Kostelnicka nodeloos over de grond kruipen om haar wanhoop uit te drukken.

Het contrast met de twee, meer publieke, bedrijven kon nauwelijks groter zijn. Het enige element dat meekwam uit het eerste bedrijf is Jenufa's bloempot met rozemarijn. In die twee bedrijven zijn het vooral de kostuumontwerpster Anna Watkins die zich mocht uitleven om folkoristische kostuums te ontwerpen voor de solisten en het koor, en de choreografe Alla Sigalova.

Een reeks dansers staan op één lijn en bewegen naar links en rechts en verdwijnen daarbij achter een wand als de poppetjes van de beroemde klok op de markt van Praag. Dans kan soms iets bijbrengen, maar als de choreografie het volledige bedrijf duurt, dan wordt het decoratie en verdwijnt het letterlijk naar de achtergrond. Bijvoorbeeld in het tweede bedrijf komen die dansers ook even terug... achter de keukenvensters terwijl ze het kinderlijkje doorgeven. Op die manier heeft het wél zin.

Vóór de dansers, aan de rand van het podium, staan de zangers en nemen kabuki-achtige poses aan. Boven de dansers worden continu geanimeerde Mucha-afbeeldingen geprojecteerd. Allemaal heel mooi weergegeven (wat uiteraard te verkiezen is boven donkergrijze containers), maar inhoudelijk zijn het twee weinig overtuigende bedrijven.

Sally Matthews kwam in het eerste bedrijf wat bleek over met een kleine stem. Maar ze herpakte zich vanaf het tweede bedrijf en zong Jenufa met een glanze sopraan. Jeanne-Michèle Charbonnet heeft haar grootste momenten ook tijdens het tweede bedrijf als ze de beslissing neemt om Jenufa's baby te vermoorden. Op dat moment stuwt dirigent Ludovic Morlot het orkest naar een massieve climax, waar Charbonnet nog vlotjes doorgeraakt. Maar haar hoogte klinkt enigszins versleten.

Laca en Steva treden vooral op in het eerste en derde bedrijf en hebben in deze productie dus weinig ruimte voor karakterontwikkeling. Desalniettemin zet Charles Workman een tedere Laca neer. Nicky Spence zong Steva met een grote lyrische stem met stralende expressie.

Publicatie: zaterdag 1 februari 2014 om 10:03
Rubriek: Opera