Il Grand' Inquisitor

Rumor in Antwerpen

Rumor is een gloednieuwe opera van de Duitse componist Christian Jost, die gisteren zijn wereldpremière kende in de Vlaamse Opera. Het Duits libretto is gebaseerd op de novelle "Un dulce olor a muerte" (De zoete geur van de dood) van de Mexicaanse schrijver Guillermo Arriaga.


foto's © Annemie Augustijns

Het verhaal lijkt te beginnen als een gewone "whodunit". Ramon vindt bij een rivier het lijk van Adela. In het dorp wordt het gerucht verspreid dat Adela het liefje is van Ramon en dat een zigeuner (in de opera "Der Fremde" genoemd en tevens minnaar van de getrouwde vrouw Gabriela, "Die Geliebte") haar vermoord heeft. Ramon geraakt volledig het noorden kwijt en wordt zodanig opgehitst dat hij zich moet wreken. Hij oefent de techniek van het doden op een dode stier, bijgestaan door de beenhouwer, "Der Schlachter". De opera eindigt met de dood van "Der Fremde", maar zonder de oplossing van de moord op Adela.

Het publiek kan zelf allerlei scenario's bedenken. Was die zigeuner ook de minnaar van Adela en hij heeft hij haar effectief vermoord ? Wat is de rol van "Der Jäger", die beweert de moord gezien te hebben, maar wiens versie niet overeenstemt met die van de sheriff (al dan niet toevallig met een knipoog "Der Alte" genoemd) ? Of is Ramon tóch het liefje van Adela, die haar in een geweldadige bui vermoordt ?

Het is een boeiend libretto dat opgebouwd is in 15 scènes met elk een eigen titel, waarvan sommige tegelijkertijd opgevoerd worden in zogenaamde simultaanscènes. De muziek van Christian Jost is weliswaar moderne muziek, maar voelt toch niet vreemd aan. Martyn Brabbins leidt een gewoon symfonisch orkest, aangevuld met onder andere een piano en xylofoon, dat bij momenten vrij romantisch klinkt zonder de zangers ooit te overstemmen. Ook de vocale partijen lijken goed zingbaar zonder nodeloos de extremen van de tessituur op te zoeken. Jost gebruikt wel opvallend veel melismen, die soms naar coloraturen neigen, vooral dan voor de partijen van Ramon en Adela.

Guy Joosten was verantwoordelijk voor een heldere regie. Opvallend is het decor van Bettina Meyer dat bestaat uit verschillende kamertjes als de panelen van een altaarstuk. Ik kan me wel voorstellen dat de zichtbaarheid niet altijd even goed is voor wie op een zijbalkon of het amfitheater zit. Elk "paneel" ziet eruit als een schilderij, met weinig tot geen beweging. Zo heet de eerste scène "Pietà", wat letterlijk vertaald wordt door het beeld van Ramon die het lijk van Adela als in een piëta vasthoudt. Tegelijkertijd zien we op een ander paneel Gabriela in een gelijkaardige pose in de armen van de zigeuner liggen. Ondertussen staat het (beperkte) koor in het centrale paneel de krant te lezen terwijl de geruchtenmolen op gang komt. Dat verdubbelen, zoals die twee piëta's, zien we ook later als de moeder van Adela zelfmoord gepleegd heeft door zich op te hangen, en de stier die ook aan een touw bungelt.

Ook op vocaal vlak, is het een zeer geslaagde voorstelling. De jonge tenor Florian Hoffmann zingt Ramon met een mooie lyrische tenor. Gregg Baker is een imposante verschijning met een even imposante stem als "Der Fremde". Adela werd vertolkt met de frisse sopraan van Agneta Eichenholz, al klonk haar hoogte lichtjes snerpend. Ursula Hesse von den Steinen was een degelijke "Geliebte", maar kon me in het algemeen minder overtuigen. Bariton Michael Kraus was nog eens van de partij met zijn korrelige bariton in de rol van de "Schlachter". Erin Caves liet als de Jager een heldentenoriaal geluid horen.

Alles bij elkaar vond ik dit een zeer geslaagde creatie, die zeker de moeite loont om te gaan bekijken en beluisteren.

Publicatie: zaterdag 24 maart 2012 om 11:00
Rubriek: Opera