Il Grand' Inquisitor

Von Heute auf Morgen en Il tabarro in Lyon

Elk seizoen organiseert de opera van Lyon een mini-festival. Twee jaar geleden heb ik toen een Tchaikovsky-Pushkin-festival meegemaakt. Dit jaar organiseren ze een Puccini Plus-festival rond Il trittico.

Elke avond wordt één van Puccini's eenakters opgevoerd, gekoppeld aan een Duitse eenakter die in dezelfde periode - de eerste helft van de 20ste eeuw - gecomponeerd werd en die min of meer verwant is met de Italiaanse eenakter. Die verwantschap is vooral inhoudelijk, muzikaal kan het contrast vrij groot zijn. Zo werd op de eerste avond Il tabarro verbonden met Schoenbergs komische opera Von Heute auf Morgen.


foto © Stofleth

In Von Heute auf Morgen is jaloezie ook de drijvende passie, net zoals in Il tabarro, maar met een minder catastrofale afloop. Een koppel - met de generieke namen "Der Mann" en "Die Frau" - lijken op elkaar uitgekeken en de man stelt aan zijn vrouw een open huwelijk voor nadat hij gecharmeerd is door een oude jeugdvriendin van zijn vrouw. Zijn vrouw speelt het spel mee en zegt dat ze haar oog heeft laten vallen op "De Tenor", de geliefde van "De Vriendin". Na wat ruzies en verwikkelingen, komen ze tot de conclusie dat hun huwelijk nog zo slecht niet is.

De regisseur John Fulljames heeft een kleurrijke productie gemaakt binnen een gouden kader van een schilderij. Bij elke scène schuift hij een tiental jaar op. Het decor evolueert van een Jugendstil-aankleding tot de polka dot-stijl van de jaren '70. De kostuums volgen het zelfde verloop. De twee hoofdrollen zijn sterk bezet. Wolfgang Newerla zong de Man met duidelijke tekstprojectie en zelfs humor (voor zo ver dat dodecafonisch mogelijk is). Magdalena Anna Hofmann was de Vrouw en beweegt zich op natuurlijke wijze door Schoenbergs idioom.


foto © Stofleth

Regisseur David Pountney was verantwoordelijk voor de drie Trittico-opera's. Il tabarro krijgt een redelijk traditionele invulling. Het decor bestaat uit een gigantische open container die de doosnede van de boot voorstelt. Verschillende scènes spelen zich op het dek af, wat niet echt comfortabel is voor het parterre-publiek en wat vermoedelijk niet zichtbaar is voor de hogere balkons. Het slot is wel origineel; Michelen en Giorgetta wandelen hand in hand in het hel verlichte ruim van het schip...

In de bezetting vinden we een aantal bekende namen en paar ontdekkingen. Werner Van Mechelen is uiteraard een bekende naam. Ik heb vaak problemen met zijn stijl in het Italiaans repertoire, maar Michele lijkt hem op het lijf geschreven. Zijn grote monoloog "Nulla, silenzio" is aangrijpend, zijn frasering is perfect betrokken op de tekst, en in de hoogte - "Vieni nel mio tabarro... Vieni... Vien !" - klinkt hij zelfs heroïsch.

Csilla Boross was de eerste ontdekking van de avond. Haar Giorgetta is overweldigend. Ze heeft een heel heldere en directe stem, met schitterende spinto-kleuren en de bijhorende kracht om tijdens de grote dramatische momenten los door het orkest te zingen. De Braziliaanse tenor Thiago Arancam maakte ook indruk als Luigi. Zijn stem is vol lyrisch, lichtjes baritonaal gefundeerd en met een stralende hoogte. Het is het soort stem dat zeer snel in de belangrijke lyrische spinto-partijen zal opduiken.

Ten slotte moet ook de Frugola van Natascha Petrinsky vermeld worden. Haar stem heeft ook slagkracht, maar er zit veel metaal in dat ik minder geschikt vindt voor Frugola. Ze komt nog terug als de Zia Principessa, waar Boross haar van repliek zal dienen... ik kijk er al naar uit.

Publicatie: zondag 5 februari 2012 om 10:28
Rubriek: Opera